vrijdag 20 juli 2012

FINANCIËN BIJ ROMP VIA MEDIAFONDS

.Criteria
Procedure
Handleidingen & Formulieren
Inlever
dataBudget
Eindafrekening
Algemene voorwaarden
Toegekend

criteria bij mediafonds
Het Mediafonds verstrekt subsidie voor de productie en/of de ontwikkeling van radio- en televisieprogramma’s en programmamateriaal (e-cultuur) ten behoeve van de landelijke en regionale publieke omroepen. Het gaat om culturele producties die bijzonder zijn, van hoogwaardig artistiek gehalte en overwegend van Nederlandse origine. Voor de regio geldt daarenboven dat er een zeker regionaal belang is.

Productiesubsidie kan alleen worden aangevraagd door de landelijke en regionale publieke omroep. Ontwikkelingssubsidie kan ook worden aangevraagd door derden, mits een landelijke of regionale publieke omroeporganisatie het verzoek in een schriftelijke verklaring steunt. Er wordt geen subsidie verstrekt voor projecten waarvan de te subsidiëren activiteiten al een aanvang hebben genomen.

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient de aanvrager een eigen bijdrage te leveren. De hoogte daarvan en de maximale bijdrage van het fonds zijn afhankelijk van het soort aanvraag, te vinden in de betreffende handleiding.

Na toekenning wordt een overeenkomst gesloten waarbij de aanvrager zich verbindt aan de algemene voorwaarden en eventuele bijzondere verplichtingen.

Procedure
Subsidieverzoeken kunnen afhankelijk van het soort subsidie op bepaalde data worden ingediend. Dat dient te gebeuren op een aanvraagformulier volgens een daarbij behorende handleiding. In de regel neemt het bestuur van het fonds binnen twee maanden na indiening een besluit na advies te hebben ingewonnen van een adviescommissie. Per soort projecten is er een budget voor het betreffende jaar, dat soms wordt verdeeld over de verschillende subsidieronden.

Voor een bepaald project kan niet meer dan twee keer subsidie worden aangevraagd, ook niet in een volgend subsidiejaar en ook niet als het project sterk wordt aangepast.

Toekenningen zijn voorwaardelijk. Definitieve vaststelling van het subsidie vindt plaats nadat de eindafrekening is goedgekeurd. Tegen besluiten kan binnen zes weken bezwaar worden gemaakt bij het bestuur. Na toekenning wordt een overeenkomst gesloten waarbij de aanvrager zich verbindt aan de algemene voorwaarden en eventuele bijzondere verplichtingen.

Tevens staan daarin de (in de regel drie) termijnen waarin de subsidie wordt bevoorschot cq. afgerekend. Wordt het project gecoproduceerd met een derde, dan controleert het Mediafonds vooraf of het met die derde gesloten contract geen strijd oplevert met de voorwaarden en verplichtingen.
.Print pagina met uitleg
Gerelateerd nieuws
Termijnen bevoorschotting gesubsidieerde projecten aangepast 31/05/2012
Regeling opnieuw indienen afgewezen subsidieaanvragen aangepast 31/05/2012
Treatmentsubsidie dramaseries 13/02/2012
Aanpassing Algemene voorwaarden per 25 oktober 2011 25/10/2011.Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties © Mediafonds Herengracht 609 1017 CE Amsterdam 020 623 39 01
www.mediafonds.nl
info@mediafonds.nl
Sitemap
Disclaimer
Colofon
..
.AanvragenActiviteitenEtalageNieuwsZoek .CriteriaProcedureHandleidingen & FormulierenInleverdataBudgetEindafrekeningAlgemene voorwaardenToegekendLandelijk
TV ontwikkeling documentaire
TV ontwikkeling drama
TV ontwikkeling overige
TV productie documentaire
TV productie documentaire jeugd
TV productie drama
TV productie drama jeugd
TV productie overige culturele producties
TV productie overige culturele jeugdproducties
Subsidiëring speelfilms
Radio ontwikkeling documentaires
Radio ontwikkeling drama
Radio ontwikkeling overige culturele producties
Radio productie documentaires
Radio productie drama
Radio productie overige culturele producties
Regionaal
TV ontwikkeling documentaire
TV ontwikkeling drama
TV ontwikkeling overige culturele producties
TV productie documentaire
TV productie overige culturele producties
Radio ontwikkeling documentaire
Radio ontwikkeling drama
Radio ontwikkeling overige culturele producties
Radio productie documentaire
Radio productie drama
Radio productie overige culturele producties
E-cultuur
Subsidiëring Ontwikkeling e-cultuur per 1 januari 2012
Subsidiëring Productie e-cultuur per 1 januari 2012
Overig
TAX-videoclipfonds
Gamefonds
.
Inleverdata
In het onderstaande overzicht is aangegeven op welke datum aanvragen moeten zijn ingediend voor behandeling in de daarnaast vermelde bestuursvergadering. Aanvragen voor productiesubsidie voor algemene documentaires van de landelijke omroep en aanvragen van en voor de regionale omroep kunnen alleen worden ingediend voor de vergaderingen waarbij dat is vermeld. Voor andere projecten gelden in beginsel geen beperkingen zolang het beschikbare budget dat toestaat. Projecten die eerder in het jaar om budgettaire redenen zijn afgewezen kunnen voor de decembervergadering nogmaals worden ingediend. Algemene documentaires die om budgettaire redenen zijn afgewezen kunnen in plaats daarvan ook voor een tweede keer worden ingediend gedurende het jaar voor een van de resterende documentairevergaderingen.

Voor aanvragen van subsidie in het kader van het TAX-videoclipfonds: www.videoclipfonds.nl

Voor aanvragen van subsidie in het kader van het gamefonds: www.gamefonds.nl
.Inleverdatum Bestuursvergadering
15 december 2011 do 16 februari
ook algemene documentaire, niet regionaal
2 februari 2012 do 22 maart
ook regionaal, geen algemene documentaire
1 maart 2012 do 26 april
ook algemene documentaire, niet regionaal
5 april 2012 di 29 mei
ook regionaal, geen algemene documentaire
3 mei 2012 ma 25 juni
ook algemene documentaire, niet regionaal
7 juni 2012 ma 27 augustus
ook regionaal, geen algemene documentaire
5 juli 2012 ma 24 september
ook algemene documentaire, niet regionaal
6 september 2012 ma 29 oktober
ook regionaal, geen algemene documentaire
4 oktober 2012 ma 26 november
ook algemene documentaire, niet regionaal
1 november 2012 ma 17 december
ook regionaal, geen algemene documentaire

Print deze pagina
.
Budget
download Budgetrapport juli 2012

Aan het begin van het jaar is er per soort projecten een beschikbaar budget vastgesteld. Na iedere bestuursvergadering wordt bekendgemaakt welk percentage daarvan alsdan nog beschikbaar is. In de bestuursvergadering van december gaan, als er voor bepaalde categorieën geld over is gebleven, ‘de schotten’ weg. Het geld kan dan worden aangewend voor projecten uit andere categorieën.
.
Eindafrekening
De gesubsidieerde zendt het fonds nadat het project is uitgezonden c.q. is opgeleverd een eindafrekening. Deze eindafrekening wordt op dezelfde wijze opgesteld als de ingediende begroting, zodat de begrote en werkelijk gemaakte kosten goed kunnen worden vergeleken. Grote afwijkingen dienen te worden verklaard. Het fonds vraagt steekproefsgewijs kopieën van nota’s op en kan door een accountant de administratie van een gesubsidieerd project laten controleren.
.
Algemene voorwaarden
Algemeen
Productie
Ontwikkeling
E-cultuur
1.Algemeen
a.Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere subsidie-verstrekking door het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (verder te noemen: het fonds) en op iedere door het fonds aangegane subsidieovereenkomst. Deze voorwaarden gelden zoals zij zijn gepubliceerd op de dag van ondertekening van de subsidieovereenkomst door het fonds. Wordt geen subsidieovereenkomst gesloten dan gelden deze voorwaarden zoals gepubliceerd op de datum van de subsidieverlening.
b.Subsidie wordt verstrekt voor de ontwikkeling en vervaardiging van media-aanbod of de uitvoering van de activiteit (verder te noemen: het project), zoals omschreven bij het door of namens de subsidieontvanger ingediende aanvraagformulier c.q. de door of namens de subsidieontvanger ingediende subsidieaanvraag in gevallen waarvoor geen aanvraagformulier is vereist. Onder activiteit wordt in elk geval mede verstaan het volgen van opleidingen, het deelnemen aan workshops en de begeleiding van makers van media-aanbod. De bij het aanvraagformulier respectievelijk de subsidieaanvraag gevoegde bijlagen, waaronder de begroting en het financieringsplan, maken deel uit van het subsidieverzoek. Indien het fonds aan de subsidieverstrekking andere verplichtingen c.q. voorwaarden verbindt dan in deze algemene voorwaarden zijn opgenomen, dan worden deze verplichtingen c.q. voorwaarden in de te sluiten subsidieovereenkomst vastgelegd of per brief bevestigd.
c.Wijzigingen in het project, zowel van financiële als inhoudelijke aard, behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het fonds. Deze goedkeuring wordt in geen geval verleend indien de wijzigingen tot een wezenlijk ander project leiden.
d.Het subsidiebedrag, dat is vermeld in het besluit waarbij de subsidie wordt verleend, is het bedrag dat het fonds, als aandeel in het door de subsidie-ontvanger en het fonds gezamenlijk te financieren begrotingstekort, maximaal voor de verwezenlijking van het project verstrekt. In het bedrag van de subsidie is de eventueel door de subsidieontvanger verschuldigde BTW inbegrepen.
e.De in het door of namens de subsidieontvanger ingediende financieringsplan genoemde bijdragen van andere financiers/subsidiënten dan het fonds worden geacht te zijn verkregen. Blijken deze bijdragen op het moment dat de subsidieontvanger de eindafrekening van het project bij het fonds indient niet te zijn verkregen, dan is dit voor rekening en risico van de subsidieontvanger.
f.In al het publiciteitsmateriaal van de subsidieontvanger over een gesubsidieerd project en al zijn publicaties waarin dit project wordt genoemd, zoals persberichten, jaarverslagen, affiches, folders, brochures, advertorials en advertenties, behoudens die van een kleiner formaat dan 150 cm2, wordt het logo van het fonds getoond, minimaal in gelijke grootte als die waarin eventuele overige subsidiënten/sponsors zijn vermeld. Indien de subsidieontvanger bij de productie samenwerkt met een externe producent dient hij deze verplichting ook aan deze derde op te leggen. Het fonds kan bij elk handelen dat in strijd is met het in dit artikel gestelde het bedrag van de subsidie tot vijf procent lager vaststellen dan het bedrag dat is vermeld in het besluit tot subsidieverlening.
g.De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de administratie met betrekking tot het project op deugdelijke en overzichtelijke wijze wordt gevoerd en dat deze een juist en actueel beeld geeft van de uitgaven en inkomsten van het project. In deze administratie zijn van alle uitgaven en inkomsten deugdelijk opgemaakte stukken aanwezig, waaruit de aard en de omvang van de geleverde goederen en diensten en de inkomsten duidelijk blijken. Indien de subsidieontvanger bij de productie samenwerkt met een externe producent dient de subsidieontvanger deze verplichting ook aan deze derde op te leggen.
h.De subsidieontvanger verstrekt op verzoek van het fonds alle gegevens en bescheiden die het fonds noodzakelijk acht voor een juiste vervulling van zijn taak. Financiële stukken of kopieën daarvan worden binnen twee weken nadat daarom is verzocht aan het fonds verstrekt. Indien de subsidieontvanger bij de productie samenwerkt met een externe producent dient hij deze verplichting ook aan deze derde op te leggen.
i.De subsidieontvanger verleent het fonds op eerste verzoek inzage in de administratie die betrekking heeft op het project. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat zijn accountant of administratiekantoor medewerking verleent aan de door of vanwege het fonds verrichte (controle-)werkzaamheden. Redelijke kosten die zijn gemoeid met de medewerking van de accountant of het administratiekantoor van de subsidieontvanger kunnen in rekening worden gebracht aan het fonds. Indien de subsidieontvanger bij de productie samenwerkt met een externe producent dient hij deze verplichting ook aan deze derde op te leggen. Ook de redelijke kosten die zijn gemoeid met de medewerking van de accountant of het administratiekantoor van de externe producent kunnen in rekening worden gebracht van het fonds.
j.De subsidieontvanger zendt het fonds, nadat het project is gedistribueerd c.q. is opgeleverd een eindafrekening. Deze eindafrekening wordt op dezelfde wijze en minimaal zo gedetailleerd als de ingediende begroting opgesteld. Verschillen tussen de begroting en de eindafrekening dienen te worden toegelicht.
k.Het definitieve bedrag van de subsidie wordt vastgesteld door het bestuur van het fonds op basis van de eindafrekening van het project. Voor deze vaststelling geldt de verhouding waarin de subsidieontvanger en het fonds, blijkens het besluit tot subsidieverlening, het in de subsidieaanvraag vermelde begrotingstekort financieren. In het geval in het besluit tot subsidieverlening een specifieke berekeningsmethode is vastgelegd, geldt die methode ook bij de vaststelling van het bedrag van de subsidie. Worden bij de subsidieverlening posten niet of slechts tot beperkte hoogte subsidiabel verklaard, dan zal dit op eenzelfde wijze gebeuren bij het besluit tot subsidievaststelling.
l.Indien de eindafrekening niet is ontvangen binnen één jaar nadat het project voor distributie gereed is c.q. is voltooid of als voltooid kan worden beschouwd, kan het fonds reeds betaalde voorschotten terugvorderen.
m.Het subsidiebedrag wordt in beginsel betaald in drie gedeelten: een voorschot binnen vier weken na de ondertekening door het fonds en de subsidie-ontvanger van de subsidieovereenkomst; een voorschot binnen vier weken nadat het project voor distributie gereed is c.q. is voltooid; en het laatste gedeelte binnen vier weken nadat het media-aanbod is gedistribueerd c.q. het scenario, het plan of het verslag door het fonds is ontvangen én nadat de subsidie, na de goedkeuring van de eindafrekening, door het bestuur van het fonds is vastgesteld.
n.De subsidieontvanger betaalt te veel ontvangen voorschotten op vordering van het fonds terstond terug, tenzij het fonds tot verrekening op andere wijze heeft besloten. De subsidieontvanger is wettelijke rente verschuldigd, indien hij niet binnen twee weken na daartoe schriftelijk bij aangetekende brief door het fonds te zijn verzocht het bedrag aan te veel ontvangen voorschotten heeft terugbetaald.
o.Het fonds aanvaardt geen aansprakelijkheid, op welk gebied ook, voor gesubsidieerde projecten. De subsidieontvanger vrijwaart het fonds voor alle aanspraken van derden die mochten samenhangen met het project, de vervaardiging, de uitzending, de distributie daarvan of anderszins.
2.Productie. Voor de subsidieverstrekking voor de productie van media-aanbod voor radio of televisie geldt voorts het volgende:
a.Wanneer het Mediafonds meer dan 50% bijdraagt in de kosten van de productie, na aftrek van de eigen bijdrage van de omroep, wordt aan het begin van de televisieproductie het logo van het fonds minimaal drie seconden goed leesbaar in beeld gebracht, voorzien van een mededeling dat de productie tot stand kwam met steun van het Mediafonds. In andere gevallen kan het logo aan het begin of het einde worden getoond, maar minimaal zo vaak en in gelijke grootte als andere financiers in alle vertoningen van de productie. Bij een radioproductie met een duur van zes minuten of langer draagt de aanvrager zorg dat bij de afkondiging melding wordt gedaan van de financiële steun van het Mediafonds.
b.Het fonds kan bij het verlenen van subsidie nadere verplichtingen opleggen met betrekking tot het tijdstip van uitzending binnen de zendtijd van de subsidieontvanger. In elk geval wordt het programma uitgezonden binnen een jaar na de in de subsidieaanvraag vermelde geplande uitzenddatum. Televisieprogramma’s van landelijke zendgemachtigden die niet in de categorie kinderen/jeugd vallen dienen in ieder geval tussen 18.00 en 24.00 uur of op zondag tussen 12.00 en 18.00 uur te worden geprogrammeerd en uitgezonden, met dien verstande dat programma’s waarvan de aanvang vóór 24.00 uur wordt geprogrammeerd ten minste voor de helft ook vóór 24.00 uur dienen te zijn uitgezonden, tenzij uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen. De subsidie- ontvanger verplicht zich het fonds uiterlijk twee weken vóór de uitzending schriftelijk van de datum en het tijdstip van uitzending in kennis te stellen.
c.Bij niet-uitzending of uitzending op een ander dan de onder 2b genoemd tijdstippen kan het fonds de subsidieverlening dan wel de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen. Te veel betaalde voorschotten zullen in dat geval worden teruggevorderd.
d.De subsidieontvanger verplicht zich (een kopie van) de beeld- en/of geluidsdrager met de gesubsidieerde productie, zoals deze is of wordt uitgezonden, te archiveren bij de Stichting Beeld en Geluid, een en ander op de bij deze Stichting gebruikelijke wijze.
e.De subsidieontvanger stelt het fonds binnen vier weken nadat de productie voor uitzending gereed is twee kopieën op cd of dvd ter beschikking, inclusief de aftiteling cq. afkondiging van het programma waarin het logovan het fonds is opgenomen en/of de mededeling dat het programma met steun van het Mediafonds tot stand is gekomen. Op de dvd of cd vermeldt de aanvrager:
•de werktitel die bij de subsidieaanvraag is vermeld;
•de definitieve uitzendtitel (voor zover deze afwijkt van de werktitel);
•de exacte duur van het programma;
•het administratienummer van het fonds;
•de datum en het tijdstip van uitzending;
•het archiefnummer waaronder het programma in het archief van de Stichting Beeld en Geluid is opgenomen.
Tegelijk met de dvd of cd zendt de subsidieontvanger het fonds een complete set van het voor de productie en de uitzending vervaardigde publiciteitsmateriaal, zoals foto's -zo mogelijk ook in digitale vorm- affiches, freecards en persinformatie.
f.Het fonds kan het hiervoor genoemd materiaal aanwenden voor publicitaire doeleinden in eigen publicaties, bij eigen activiteiten en op de website van het fonds, zonder hiervoor een auteursrechtelijke vergoeding verschuldigd te zijn. De subsidieontvanger vrijwaart het fonds voor aanspraken van derden op auteursrechtelijke vergoeding bij het gebruik van genoemd materiaal.
g.Indien uitzending door de subsidieontvanger zelf onmogelijk blijkt, mag hij zijn rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst met betrekking tot de productie door een andere Nederlandse publieke landelijke of regionale media-instelling doen overnemen.
3.Ontwikkeling. Voor de subsidieverstrekking voor de ontwikkeling van media-aanbod geldt voorts het volgende:
a.Indien subsidie is verstrekt voor het schrijven van één of meerdere scenario’s/filmplannen, wordt op de titelpagina van elk scenario/filmplan vóór het ©-teken het logo van het fonds afgedrukt en de naam van het fonds voluit vermeld in duidelijk leesbare letters van gelijke grootte als die waarin eventuele overige sponsors/subsidiënten zijn vermeld, voorafgegaan door woorden als: 'Dit scenario/filmplan kwam tot stand met steun van’. Indien de subsidieontvanger bij de ontwikkeling van het project samenwerkt met een derde dient hij deze verplichting ook aan die derde op te leggen.
b.De subsidieontvanger zendt het fonds binnen vier weken na voltooiing van een door het fonds gesubsidieerd project in tweevoud de ontwikkelde scenario's en/of filmplannen en/of een beredeneerd schriftelijk verslag van het verloop van het project toe.
c.Indien de subsidieontvanger geen publieke media-instelling is en het project de ontwikkeling van een radio- of televisieprogramma betreft, doet de subsidieontvanger al het mogelijke het project geproduceerd en uitgezonden te krijgen door één van de publieke landelijke of regionale media-instellingen, met uitzondering van de Ster.
d.De Subsidieontvanger verplicht zich voordat het project is voltooid en gedurende één jaar na de datum waarop het project is voltooid geen afspraken met derden te maken die de productie en uitzending van het project door één van de publieke media-instellingen zouden kunnen frustreren. Indien geen van de publieke media-instellingen binnen dit jaar met de subsidieontvanger een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot de productie van het project binnen een redelijke termijn, dan is de subsidieontvanger vrij, na dit aan het fonds schriftelijk gemeld te hebben, dit project aan een ieder aan te bieden. Het fonds kan terzake nadere, ook financiële, voorwaarden stellen.
4.E-cultuur. Voor de subsidieverstrekking voor de productie van niet op radio of televisie uit te zenden media-aanbod geldt voorts het volgende:
a.De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de home-page of de dvd/cd-rom en het verpakkingsmateriaal daarvan of de titelpagina van het project wordt voorzien van het logo van het fonds en de duidelijk leesbare mededeling dat het project tot stand kwam 'met steun van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties'. Is een vermelding als bedoeld in de eerste volzin om praktische of esthetische redenen redelijkerwijs niet mogelijk, dan kan een qua publiciteitswaarde vergelijkbaar alternatief worden gebruikt, nadat het fonds daarmee schriftelijk heeft ingestemd.
b.De subsidieontvanger stelt het fonds binnen vier weken na de voltooiing van de productie van het gesubsidieerde media-aanbod voor intern gebruik een dvd of cd-rom ter beschikking waarop het media-aanbod is vastgelegd en toegankelijk gemaakt. Tegelijk met dit audiovisuele materiaal zendt de subsidieontvanger het fonds een complete set van het voor de productie vervaardigde publiciteitsmateriaal, zoals foto's - zo mogelijk ook in digitale vorm - affiches, freecards en persinformatie.
c.Het fonds kan het hiervoor genoemd materiaal aanwenden voor publicitaire doeleinden in eigen publicaties, bij eigen activiteiten en op de website van het fonds, zonder hiervoor een auteursrechtelijke vergoeding verschuldigd te zijn. De subsidieontvanger vrijwaart het fonds voor aanspraken van derden op auteursrechtelijke vergoeding bij gebruik van genoemd materiaal.
.Print deze pagina
Gerelateerd nieuws
Termijnen bevoorschotting gesubsidieerde projecten aangepast 31/05/2012
Regeling opnieuw indienen afgewezen subsidieaanvragen aangepast 31/05/2012
Treatmentsubsidie dramaseries 13/02/2012
Aanpassing Algemene voorwaarden per 25 oktober 2011 25/10/2011.
.
Het fondsbureau is op werkdagen geopend van 9.15 tot 17.15 uur, op vrijdag van 9.15 tot 13.15 uur.

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties
Herengracht 609
1017 CE Amsterdam
T: 020 623 39 01
F: 020 625 74 56
W: www.mediafonds.nl
E: info@mediafonds.nl

Herengracht 609 ligt dichtbij het Waterlooplein, tussen de Amstel en de Utrechtsestraat. Het Waterlooplein is bereikbaar met de tramlijnen 9 en 14 en de metro 51, 53 en 54. Voor meer informatie over openbaar vervoer is verkrijgbaar bij OV-Reisinformatie (0900-9292, € 0,50 per minuut).

Parkeren kan bij Muziektheater / Stadhuis of bij Parking Waterlooplein. Via Routeplanner Amsterdam kunt u een route plannen die rekening houdt met omleidingen en opgebroken wegen.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten